Hoe jij je (faal)angstige kind kunt helpen

Daar stond hij dan. 11 jaar, en klaar om het podium op te gaan. Strak in het pak, tekst in zijn hoofd (en op een spiekbriefje) en zijn haar netjes gevlochten. Ik liep als projectleider en coach nog even langs alle kinderen en toen viel het me op. Zijn geschrokken blik, knikkende knieën en de rode vlekken in zijn nek. Hij was angstig. Toen ik hem vroeg hoe het met hem ging, rende hij naar het toilet en hij wilde er niet meer vanaf komen. Faalangst. Een belemmerende angst die hem ervan weerhield om zijn eindpresentatie te geven. Ondanks dat hij zijn tekst zo goed kende en ondanks dat zijn tekst maar uit drie zinnen bestond.

Kinderen met faalangst vreten zichzelf op om soms voor ons onduidelijke redenen, het komt op ons niet logisch over. Want hij kan wel zingen in het koor van de kerk, zelfs zijn solo maar zijn presentatie van drie zinnen lukt niet. Ze krijgen buikpijn, hoofdpijn en vermijden op elke mogelijke manier dat waar ze zo angstig voor zijn. Voor ouders, ooms en tantes kan dit erg lastig zijn. Want wat kan er nou mis gaan als je op een podium staat. Faalangst gaat niet alleen over op een podium staan, het kan ook te maken hebben met de angst om een toets te maken, spreekbeurt te geven en zelfs de angst om mee te doen aan gym. Ik zou graag willen zeggen dat je faalangst verhelpt met mijn zes tips, maar dat is niet zo. Het zijn slechts simpele tips die je kunnen helpen in het benaderen van je kind en als je het echt niet meer weet, zoek hulp, een coach/trainer, de intern begeleider van school, het wijkteam, consultatiebureau en zelfs de huisarts kunnen je adviseren.


1. Herkennen en accepteren

Kinderen met faalangst zijn geen watje, softie, bobo (Surinaams) of kobarde (Papiamento). Naampjes en labeltjes geven helpt totaal niet. Het geeft hen het gevoel dat je het niet serieus neemt. Faalangst verminderen helpt met het serieus nemen van het kind en zijn of haar angst. Bied een veilige omgeving waarin er zonder oordeel en dwang over gesproken kan worden. Accepteer dat je kind last heeft van faalangst en bedenk of jouw verwachtingen van je kind mee kunnen spelen in de angst die je kind ervaart.

2. Leer je kind over angst en het doel

Angst is niet zomaar, het heeft de essentiële functie om te zorgen dat je kunt overleven. Het maakt je alert op eventueel gevaar en zo zorgt het ervoor dat je veilig bent of de veiligheid kunt opzoeken. Het goede nieuws is dat faalangst af te leren is. Het begint heel klein bij jou als ouder met het geven van het goede voorbeeld. Dit kun je doen door allereerst toe te geven wanneer je iets angstig of spannend vind. Ten tweede, dat wat je angstig of spannend vind toch te doen en dan het liefst in het zicht van je kind. En tot slot het er met je kind over te hebben hoe je dit ervaren hebt. Hiermee leer je je kind niet alleen dat het normaal is om angstig te zijn, maar ook dat je angst begrijpt en dat je manieren weet hoe je dit kunt overwinnen.

3. Eerst kalmeren dan praten

Wanneer kinderen met faalangst aangeven dat ze iets niet durven dan is onze neiging om hen uit te leggen dat ze het wel kunnen. Dat ze een kanjer zijn en dat willekeurig-kleiner-of-jonger-persoon het wel kan en gedaan heeft. We willen ze aan de hand nemen en hopen dat ze de moed bij elkaar rapen. Terwijl in feite hun hersenen geblokkeerd zijn, ze staan onterecht in een vecht-vlucht en/of bevries modus. De hersenen zien slechts die drie opties. Voor anderen is de angst vaak onbegrijpelijk en daarom willen we praten, maar praten helpt niet. Het is belangrijker om het kind eerst te kalmeren. Maak gebruik van ademhalings- bewustwordings- en visualisatieoefeningen. Even terug naar de kern en die kalmeren.

4. Leer je kind copingsstrategieeen

Coping gaat over hoe je met stress en problemen omgaat. Er zijn veel verschillende copings strategieën en het is vaak een kwestie van proberen en kijken wat er past. Copingsstrategieen bij kinderen werken het beste als je ze samen doet. Denk aan ademhalingstechnieken en bewustwordingstechnieken. Een tactiek die ik kinderen graag meegeef is de '5-4-3-2-1' techniek. Noem vijf dingen die je ziet in je omgeving, vier dingen die je kunt voelen uit je omgeving, drie dingen die je nu hoort, twee dingen die je nu ruikt en één ding dat je nu op dit moment proeft. Het helpt kinderen om te aarden en zich bewust te worden van het hier-en-nu. Je kunt het preventief gebruiken maar ook wanneer de angst zich al voordoet.

5. Focus op het proces

Kinderen met faalangst zijn zelden tevreden, uit angst voor hun eigen teleurstelling en die van anderen gaan ze soms spannende dingen niet aan. Soms gaan ze het wel aan stoppen ze omdat ze ontevreden zijn over de start en bang zijn voor het resultaat. Het is belangrijk dat jij als ouder je kind helpt om op het proces te focussen en niet op het eindresultaat. Voer gesprekjes over hoe ze iets vinden zolang ze er nog mee bezig zijn. Leer je kind over de groeimindset en dat ze invloed hebben op hun angst en dat ze ervan af kunnen komen.

6. Weet wanneer je moet instappen

Dit is lastig maar zeer belangrijk. Het is lastig omdat het om een balans gaat, de balans tussen je kind beschermen en je kind zijn/haar angst laten ervaren. Enerzijds is het namelijk belangrijk dat jij je kind met kleine stapjes uitdaagt en soms de angst laat ervaren. Anderzijds is het belangrijk dat je tijdig ingrijpt om erger te voorkomen. Deze stap is puur intuïtief, niemand kent je kind zoals jij dat doet en het feit dat je erover nadenkt en ermee bezig bent zal je helpen om op het moment een keuze te maken. Geef je kind om tijd en ruimte te leren van zijn / haar fouten, praat erover en kijk waar en wanneer jij je kind beter nog even kunt beschermen.